Meer dan de helft van de uitbetaalde huurtoeslagen moet achteraf gecorrigeerd worden. En nog steeds maakt tien procent van de huurders die er recht op hebben géén gebruik van huurtoeslag.
Dat meldt het Centraal Planbureau naar aanleiding van een recent verschenen onderzoek. In 2018 ontvingen ongeveer 6 miljoen huishoudens zo’n 12 miljard euro aan inkomensondersteuning via toeslagen (huurtoeslag, kindgebonden budget, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag).
Niet-gebruik van toeslagen
Om uiteenlopende redenen maken nog steeds veel mensen geen gebruik maken van de toeslagen waar zij recht op hebben. Tien procent van de huurtoeslaggerechtigden vraagt geen huurtoeslag aan. En 15 procent van de rechthebbenden doet geen beroep op het kindgebonden budget.
Verklaringen voor hoge aantal correcties achteraf
Het Centraal Planbureau (CPB) analyseerde voor de periode 2011-2016 mogelijke verklaringen voor terugvorderingen, nabetalingen en niet-gebruik van de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Meer dan de helft van deze toeslagen moet achteraf gecorrigeerd worden. Drie op de tien huishoudens vraagt teveel toeslag aan en moet daarom achteraf terugbetalen.
Onzekerheid over het jaarinkomen
Het blijkt voor veel huishoudens lastig om vooraf in te schatten op hoeveel toeslag het recht heeft. Daardoor ontvangen ze regelmatig te veel of juist te weinig toeslag. Dat leidt tot terugvordering van toeslagen of tot nabetalingen. Onzekerheid over het jaarinkomen is hiervoor de belangrijkste verklaring.
Niet-gebruik soms langdurig
Ook de hoogte van de toeslag blijkt een rol te spelen: hoe kleiner het recht op toeslag, hoe groter de kans op niet-gebruik. Daarnaast zijn de hoogte van het inkomen en het vermogen belangrijke factoren. Ook blijkt niet-gebruik soms langdurig: een groep huishoudens ontvangt meerdere jaren achtereen geen huurtoeslag of kindgebonden budget, terwijl zij daar waarschijnlijk wel recht op hebben.