De grote warmteleveranciers hebben hun warmtetarieven voor dit jaar bekend gemaakt. Uit analyse van de Woonbond blijkt dat de totale warmtekosten voor huishoudens min of meer gelijk blijven aan die van afgelopen jaar.
Eind 2020 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de maximale tarieven voor warmte volgens de Warmtewet bekend gemaakt. In de eerste twee weken van het nieuwe jaar bepalen de grote warmteleveranciers op basis van het maximale tarief hun eigen tarieven. Inmiddels is duidelijk dat de totale kosten voor warmte ongeveer gelijk blijven. De prijs voor warmte is gekoppeld aan de gasprijs en die daalt. Daar staat tegenover dat het vastrecht stijgt. Bij sommige aanbieders stijgt het vastrecht zelfs flink.
Maximale kosten gemiddeld €1.396
Een gemiddeld huishouden gebruikt 30 GigaJoule (GJ) warmte per jaar. Bij een warmteverbruik van 30 GJ komen de totale kosten inclusief het vastrecht neer op €1.396 per jaar als het maximumtarief van ACM wordt berekend. Alle grote warmteleveranciers hebben hun prijs lager vastgesteld. Ennatuurlijk is de goedkoopste en SVP de duurste. SVP zit bijna op het maximumtarief en totale kosten stijgen ook het meest.
Leverancier | Totale kosten (30 GJ) | Verschil met maximaal ACM-tarief | Verschil met 2020 |
---|---|---|---|
Ennatuurlijk | € 1.224 | 12% lager | 2,2% lager |
HVC | € 1.240 | 11% lager | 0,2% lager |
Vattenvall | € 1.271 | 9% lager | 1,4% hoger |
Eneco | € 1.294 | 7% lager | 1,2% hoger |
SVP | € 1.334 | 4% lager | 3,8% hoger |
Lokaal andere tariefafspraken
De kosten in de tabel zijn de algemene kosten per warmteleverancier. Soms hebben de warmteleveranciers lokaal andere afspraken gemaakt. Daardoor kunnen de tarieven in jouw regio afwijken. Opvallend zijn bijvoorbeeld de tarieven van Vattenfall voor Rotterdam. Daar is vooral het vastrecht veel lager. Daardoor komen de totale kosten bij een warmte-afname van 30 GJ door een huishouden veel lager uit (€144 lager), namelijk op €1.127 in plaats van €1.271.
Relatie tussen warmte en gas oneerlijk
De ACM bepaalt de maximale tarieven op basis van een berekening. Daarbij gaat ACM uit van de kosten als je op gas zou stoken. Dit heet de Niet-Meer-Dan-Anders (NMDA) methode. Omdat de gasprijs als basis wordt gebruikt, komt de extra energiebelasting op gas ook in het warmtetarief terecht. De Woonbond vindt dat een slechte zaak. De hogere belasting op aardgas is immers bedoeld om mensen te prikkelen van het gas af te gaan. Dan is het niet logisch dat mensen die warmte in plaats van gas afnemen daar geen voordeel van hebben.
Door afleverset duurder uit
Huurders met een individuele aansluiting moeten bij warmtelevering de afleverset ook zelf betalen. Bij gas zitten de kosten voor een cv-installatie in de huur. Daardoor pakt het warmtetarief voor huurders meestal duurder uit dan wanneer zij op gas zouden verwarmen.
Sommige complexen hebben een gemeenschappelijke aansluiting op een warmtenet. Bijvoorbeeld bij complexen die eerder een centrale gasketel hadden. Het tarief voor een collectieve afleverset stijgt met 14% naar €3.279. Huurders zouden daar echter niets van moeten merken: verhuurders mogen volgens het huurrecht de kosten voor installaties niet doorrekenen aan de huurders.
Webinar Warmtenetten
Wil je meer weten over warmtenetten? Op woensdag 27 januari geeft de Woonbond een webinar over warmtenetten. Het webinar is bedoeld voor huurdersorganisaties, maar ook andere geïnteresseerden kunnen deelnemen.