Jongeren verlaten steeds later het ouderlijk nest. Terwijl een jongvolwassene in 2012 uitvloog op een gemiddelde leeftijd van 22,8 jaar(externe link), was dat in 2020 al opgelopen tot 24 jaar(externe link). Bovendien lukt het echt niet elke 24-jarige om dan wél uit huis te gaan. Op het Meldpunt Jongeren & Starters komen er meldingen van die late uitvliegers binnen: “Ik werk en ben bijna dertig. Toch ben ik nog steeds inwonend bij mijn ouders, omdat ik geen betaalbaar eigen plekje vind. Dat voelt wel gênant.”
Natuurlijk zullen er jongeren zijn die zich graag lekker lang door paps en mams laten vertroetelen, maar doorgaans is de behoefte om je vleugels uit te spreiden sterker. Als er vervolgens geen betaalbare kamers of woningen zijn om die stap te zetten, is dat frustrerend. Volgens Hoogleraar Pedagogiek Susan Branje(externe link) zorgt het op jezelf wonen ervoor dat je meer eigen beslissingen neemt, wat je helpt om een zelfstandig bestaan op te bouwen. De wooncrisis kan dat stukje persoonlijke ontwikkeling dus in de weg zitten. Lekker dan.
Toe aan iets voor jezelf
“Ik laat het mij niet ontnemen om lekker te leven hoor,” vertelt de Amsterdamse Jessica (32 jaar), die bij haar ouders woont. “Maar op je 32e ben je wel toe aan iets voor jezelf. Als ik bijvoorbeeld een leuk kastje zie, zou ik dat graag meenemen. Je eigen woonruimte op je eigen manier kunnen vorm geven, dat soort dingen mis ik wel.”
Lang wachten
Jessica kan door een chronische aandoening enkel parttime werken en heeft daarnaast een Wajong-uitkering. “Voor woonruimte ben ik dus afhankelijk van sociale huur. Ik sta nu 12 jaar op de wachtlijst, maar als ik reageer op een sociale huurwoning zijn er nog honderden voor mij. Ik ben ook wel eens bij een ander soort woning gaan kijken. Daar vroegen ze toen een minimaal inkomen van €41.000 per jaar. Dat zit er voor mij gewoon niet in.”
Wonen waar je leeft
In haar eigen regio heeft Jessica haar hele leven, netwerk en de nodige hulp. “Als ik te zware boodschappen heb om zelf te tillen, kan ik hulp inschakelen. Ik kan op de fiets naar mijn werk. Als er veel reistijd bij zou komen, zou werken voor mij niet meer kunnen.” Dus wacht Jessica nog steeds tot ze een betere positie op de wachtlijst heeft.
Niet mijn schuld
De gêne die een andere melder noemde herkent Jessica wel van vroeger, maar dankzij de toenemende bekendheid van de woningnood onder jongeren heeft ze daar nu minder last van. “Een paar jaar terug kreeg ik vaker reacties als ‘jeetje, woon jij nog thuis?’ Of dan zeiden mensen tegen mijn ouders ‘ik zou haar de deur uitschoppen.’ Maar het is niet mijn schuld dat ik nog thuis woon. Als ik er wat aan had kunnen doen, had ik dat al lang gedaan. Gelukkig begrijpen mijn ouders – en steeds meer anderen – dat ook. En heb ik een goede band met mijn ouders, dus het had zeker erger gekund.” Toch zou ook Jessica graag uitvliegen naar een eigen plekje.
Bekendheid
Jessica wil met haar melding “op z’n minst bijdragen aan de bekendheid.” Zodat andere jongeren ook zien dat zij niet de enige zijn. “En het is helemaal mooi als dat leidt tot het aanpakken van de problemen.”
Woonproblemen melden
Heb jij net als Jessica en vele andere melders moeite met het vinden van een vaste, betaalbare woonplek? Meld jouw situatie en ervaringen via het Meldpunt Jongeren & Starters. Iedereen tot en met een jaar of 35 kan hier terecht. De meldingen helpen de Woonbond om in de media en politiek Den Haag aandacht te vragen voor de problemen van jonge huurders en woningzoekenden.